Goeiendag - Bonjour?

Op 22 juni 2021, over deze onderwerpen: Vlaams beleid

Wie af en toe eens in een supermarkt komt, kent het fenomeen allicht wel.  De kassier of de kassierster begroet de klanten in twee talen.  Allicht is dat vanuit een bezorgdheid dat de klant zich meer welkom gaat voelen als hij of zij in de eigen taal wordt aangesproken.  Beste kassier of beste kassierster, jullie methode is achterhaald.  In Asse worden een 80-tal thuistalen gesproken.  Als u consequent wil zijn dan zal u voortaan de klanten moeten aanspreken met: “Goeiendag, Bonjour, egun ona, добър ден, guten Tag, Buenos días, dobrý deň, buona giornata, …” en nog veel meer andere talen.  Bovendien moet je dan ook nog in staat zijn om de rest van het gesprek in de thuistaal te voeren.
 

Er is met andere woorden niet echt een reden om het Frans als tussentaal op te dringen aan heel wat (nieuwe) inwoners.  Deze nieuwe inwoners wonen in Asse (of Zellik of Relegem, Mollem, Bekkerzeel, Kobbegem, …) en leven hier ook.  Hun kinderen gaan hier naar school.  Veel van die kinderen moeten Nederlands leren buiten het gezin.  Het is belangrijk dat ze veel met het Nederlands in aanraking komen.  We weten ondertussen dat taal een determinerende factor is. Afkomst is dat niet!  Wij merken dat soms in supermarkten, sportclubs en gewoon aan de schoolpoort overgeschakeld wordt op andere talen.  Dat is voor kinderen heel verwarrend.  Er zijn tientallen thuistalen in de Vlaamse Rand. Nederlands is de taal die ons bindt.
 

Nederlands is vooral ook de taal die kinderen nodig hebben om hun vraagstukken op school op te lossen.  Het is de taal waarin ze geschiedenis en aardrijkskunde leren.  Nederlands is de taal die zovele mensen zo graag willen leren.  We helpen enkel door ook in de winkel, aan de schoolpoort en op alle andere plaatsen Nederlands te spreken met elkaar.  We kunnen mekaar – en tegelijk onze kinderen – er enorm mee helpen.  We kunnen van onze scholen onmogelijk vragen om anderstalige kinderen Nederlands te leren tussen 8u30 en 15u als het daarbij stopt.  De scholen hebben de hulp van de hele maatschappij nodig, want de extra inspanning om anderstaligen bij te werken vraagt echt veel inspanning, mankracht en geld.
 

De Vlaamse Gemeenschap investeert enorm veel in het ondersteunen van mensen die Nederlands leren.  Op dat punt zijn we een voorbeeld voor de hele wereld.  Het is erg om zien dat zovelen, bijvoorbeeld sommige supermarkten, het beleid van de gemeente doorkruisen door het signaal te geven dat ‘Nederlands leren’ niet echt nodig is.  Als schepenen van onderwijs, van integratie, Vlaams beleid en lokale economie willen we graag alle supermarkten op ons grondgebied uitnodigen voor een goed gesprek.  We hopen dat we bij jullie oor vinden om samen met ons te werken aan een inclusieve maatschappij, een maatschappij waarin we elkaar echt verstaan.  In het Nederlands natuurlijk…

 

Joris Van den Cruijce – schepen voor onderwijs, Asse
Sigrid Goethals – schepen voor integratie, Asse
Johan De Rop – Gemeenteraadsvoorzitter, Asse

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is