U bent hier
Doet Asse uitverkoop patrimoneum?
N-VA over de verkoop van gemeentelijk patrimonium
Verkoop van het gemeentelijk patrimonium (ic, gronden en gebouwen) is zelden of nooit een
goede handelswijze voor een openbaar bestuur.
Algemeen :
De verkoop brengt maar één keer geld op. Geld dat zal gebruikt worden om de putten in de
huidige begroting op te vullen. De gemeente zou beter zoeken naar structurele besparing.
Na verkoop is een volgend gemeentebestuur een eigendom voor goed kwijt!
In uitzonderlijke omstandigheden kan een verkoop pas overwogen worden om de hoge
schuldengraad af te bouwen (wat in Asse het geval is door de ondoordacht grote
investeringen op een veel te korte termijn). Eigendom van de gemeente mag volgens N-VA
maar verkocht worden als de bezittingen voor de gemeenschap geen enkele waarde meer
hebben.
Want, na het verkopen van een gebouw moeten de activiteiten die er plaats vonden
ondergebracht worden op een andere plaats: Daarvoor moet er wellicht een ander pand
aangekocht of gehuurd worden. Een truuk die meer dan één keer op het federale vlak werd
toegepast toen de liberale partij de regeringsleider mocht leveren.(Nog altijd spreekt men in
politieke middens over een "verhofstadtje" doen : kapitaal onmiddellijk opstrijken en
opsoeperen en het eventueel gewonnen kapitaal in veelvoud uitgeven aan huurgeld).
Overigens, zeker op lange termijn verliest de gemeente de zekerheid van het eigen bezit. Wie
huurt, kan helaas ook opgezegd worden…
Konkreet :
De oude school van Kobbegem: druk in gebruik door diverse verenigingen uit de
deelgemeente. De waarde van het gebouw voor de gemeenschap is meer dan duidelijk, Voor
de activiteiten die er tot nu plaats vonden is er in de directe omgeving geen degelijk
alternatief voorhanden. Het gemeentebestuur is ten andere in bezit van een onderbouwd
voorstel tot renoveren van de oude dorpsschool.
De school in de Neerstraat, nu muziekacademie: een degelijk gebouw met een mooie
speelplaats als open ruimte.
Indien het gebouw niet meer zou gebruikt worden voor onderwijs, moet de gemeente een
andere bestemming overwegen. Maar het gebouw mag in geen geval verkocht worden. De
gemeente zou kunnen zoeken naar een privépartner om het project samen te realiseren. Er
zou een winkelgalerij, of een ambachtencentrum een plaats kunnen vinden, met open ruimte
en een beperkte woongelegenheid. Ter inspiratie moet het bestuur maar eens in onze
buurlanden kijken. (In vele steden, niet in het minst Berlijn, krijgen schoolgebouwen frisse en
eigentijdse nieuwe en levende bestemmingen).
Ten gronde :
De verkoop van gemeentelijke gebouwen betekent dat die panden haast altijd in handen
vallen van projectonwikkelaars (Wie kan trouwens dergelijke grote bedragen ophoesten als
er geen zware winsten kunnen opgestreken worden?) Gevolg: afbraak en maximaal
volbouwen met zo klein mogelijke en zo duur mogelijke woongelegenheden, Dat betekent
vanzelfsprekend aantrekken van steeds meer inwoners en dus meer verkeer in het centrum
van zowel Kobbegem als Asse. Dat betekent een hoger risico van verdere toestroom van
mensen die Brussel ontvluchten en niet de minste neiging vertonen om zich aan te passen,
wel integendeel.
Dichtbouwen van deze kleine oases in de wooncentra betekent een verdere wurggreep op de
leefbaarheid;in de gemeenten.
In de marge :
Het bestuur heeft het voornemen om een lijst op te stellen van dat onroerend goed. Een
bijzonder lachwekkend voornemen. Want de gemeente zegt dat ze "op alles" onroerende
voorheffing betaalt. Het volstaat dus om gewoon die aanslagbrieven bij elkaar te zoeken
De lijst ligt zo klaar!
Miel Saerens
Hoe waardevol vond je dit artikel?
Geef hier je persoonlijke score in