Niet de allochtonen, maar de anderstaligen scoren minder goed in onze scholen.

Op 21 februari 2017

Er zijn bij de allochtone leerlingen meer zittenblijvers, meer jongeren die het onderwijs verlaten zonder diploma. Zo horen en lezen we in ieder geval overal, maar klopt het ook? Uit het grootschalig PISA-onderzoek (voor Vlaanderen afgenomen door de Universiteit Gent) blijkt dat deze vaststelling niet helemaal klopt.

“Er is inderdaad een kloof tussen allochtonen en autochtonen, maar blijkt dat die kloof eerder te verklaren is door de thuistaal, dan door de afkomst van de leerling. Bij allochtonen waar er thuis Nederlands gesproken wordt, zo zijn er gelukkig ook meer en meer, verkleint de kenniskloof aanzienlijk”, aldus provincieraadslid Joris Van den Cruijce.

In het Pisa-onderzoek zitten nog andere bemoedigende resultaten. De rol van de socio-economische achtergrond is licht gedaald. Dat wil zeggen dat leerlingen die het thuis minder breed hebben, er iets beter in slagen om aan te sluiten bij de gemiddelde leerling.

“Eigenlijk is het Pisa-onderzoek dus bemoedigend” vult Viktor Rooseleer (voorzitter Jong N-VA) aan. “Het betekent dat de situatie kan gekeerd worden door in te zetten op de thuistaal van de leerlingen. De ouders spelen daarbij natuurlijk een belangrijke rol, maar ook voor hen persoonlijk is Nederlands spreken natuurlijk een belangrijke troef.”

N-VA Asse raadt de scholen aan om bij de taalremediëringslessen ook afspraken te maken met de leerlingen en hun ouders. De school doet nu al inspanningen om te differentiëren en extra ondersteuning te geven, dus mag men van de leerlingen ook een inspanning vragen.

“De eigen PC in het Nederlands zetten en naar Vlaamse televisie kijken, zijn al twee eenvoudige engagementen die zeker kunnen gevraagd worden. Maar leerlingen zouden in hun vrije tijd ook voor een Nederlandstalige omgeving kunnen kiezen. We denken aan de sportclubs, de muziekschool, jeugdbeweging e.d. Deze inspanningen zijn veel effectiever dan een wekelijks remediëringsuur binnen de schoolmuren”, zo zegt Viktor Rooseleer.

“Eigenlijk is er geen grootschalig onderzoek nodig om tot deze conclusies te komen. Iedereen voelt wel aan dat het niet ideaal is dat ouders geen Nederlands kennen om de studies van de kinderen te kunnen opvolgen. Als de verschillen nu zo frappant naar boven komen, dan is het de taak van de gemeente om anderstalige ouders te wijzen op hun verantwoordelijkheid naar de schoolresultaten van hun kinderen”, besluit Joris Van den Cruijce

N-VA Asse bezorgt de lokale scholen weldra een brief met de meest relevante cijfers en conclusies uit het Pisaonderzoek. N-VA nodigt de scholen en het gemeentebestuur uit om samen rond te tafel te gaan zitten en te bekijken welke initiatieven door de gemeente en de scholen kunnen genomen worden.

Viktor Rooseleer, Joris van den Cruijce

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is